zaterdag 12 februari 2011

Harry Potter

Harry Potter is een heel groot deel van mijn leven, altijd al geweest.
Het is nu bijna 11 jaar geleden dat ik het eerste boek voor het eerst las.
Het is mijn jeugd, en betekend daarom heel veel voor me.
De meesten jongeren/volwassenen nemen niet meer de moeite om dat soort dingen te lezen, maar ik raad het jullie aan. Deze 7 delige serie gaat over magie, fantasie, vriendschap, en de bescherming van liefde.
Johanne Kathleen Rowling is de meest geweldige schrijfster die ik ken en ze word zwaar onderschat door de buitenwereld. Harry Potter is niet alleen een karakter, het is een levenswijze, een muziekstijl..



Dit lied gaat over een van de laatste hoofdstukken uit de serie.
En dat stuk heb ik even gekopieerd, hier is het, in delen dan.

Dit was het slot. Dit was het einde.
Hij drukte het gouden balletje tegen zijn lippen en fluisterde: ‘Ik sta
op het punt om te sterven.


...

James was precies even groot als Harry. Hij droeg de kleren waarin hij
gestorven was, zijn haar was piekerig en verward en zijn bril stond een
beetje scheef, net als die van meneer Wemel.
Sirius was lang en knap en veel jonger dan Harry hem ooit gezien had.
Hij kwam met zwierige passen aan, met zijn handen in zijn zakken en een
grijns op zijn gezicht.
Lupos was ook jonger. Hij zag er een stuk minder haveloos uit en zijn
haar was dikker en donkerder. Zo te zien was hij blij om terug te zijn in
deze vertrouwde omgeving, waar hij als tiener zoveel had meegemaakt.
Lily’s glimlach was het stralendst van allemaal. Ze streek haar lange
haar uit haar gezicht en haar groene ogen, die zo sprekend op de zijne
leken, keken gretig naar hem, alsof ze nooit genoeg van hem zou kunnen
krijgen.
‘Je bent zo vreselijk dapper geweest.’
Harry kon geen woord uitbrengen. Hij genoot intens van ieder moment
dat hij naar haar keek en had het gevoel dat hij zo eeuwig zou kunnen
blijven staan en dat dat voldoende zou zijn.
‘Je bent er bijna,’ zei James. ‘Nog heel even. We zijn allemaal... zo trots
op je.’
‘Doet het pijn?’
Harry flapte de kinderlijke vraag eruit voor hij er iets aan kon doen.
‘Doodgaan? Welnee,’ zei Sirius. ‘Het is sneller en gemakkelijker dan
in slaap vallen.’
‘En hij wil ook dat het snel gaat,’ zei Lupos. ‘Hij wil dat het voorbij is.


...

‘Blijven jullie bij me?’
‘Tot op het allerlaatst,’ zei James.


...

‘Harry Potter,’ zei Voldemort zacht. Zijn stem had ook het gesis van de vlammen
kunnen zijn. ‘De jongen die bleef leven.’
De mond bewoog, hij zag een groene lichtflits, en toen was alles verdwenen.


...

Hij lag op zijn buik en luisterde naar de stilte. Hij was
volkomen alleen. Er waren geen toeschouwers. Er was
niemand. Hij wist niet eens zeker of hij er zelf wel was.
Harry draaide zich om. Albus Perkamentus liep op hem af, kwiek en
energiek, in een golvend, nachtblauw gewaad.
‘Harry.’ Perkamentus spreidde zijn armen en allebei zijn handen
waren wit en ongeschonden. ‘Je hebt het geweldig gedaan. Wat ben je
ongelooflijk moedig geweest. Laten we een stukje lopen.


...

‘Als je besluit om terug te keren,’ zei Perkamentus, ‘dan denk ik dat
de kans bestaat dat Voldemort voorgoed verslagen wordt. Ik kan niets
beloven. Maar één ding weet ik wel, Harry: jij hebt minder te vrezen als
je zou terugkeren dan hij.’


...

‘Avada Kedavra!’
‘Expelliarmus!’
Er volgde een knal als een kanonschot, en de gouden vlammen die
precies in het midden van de cirkel oplaaiden, markeerden het punt
waar de spreuken op elkaar waren gebotst. Harry zag hoe de groene
lichtstraal van Voldemort op zijn eigen spreuk stuitte, zag de Zegevlier
omhoogvliegen, donker tegen het licht van de zonsopgang, tollend
onder het betoverde plafond, tollend als de kop van Nagini, in de richting
van de meester die hij niet wilde doden, de meester die hem nu eindelijk
kwam opeisen. Met de feilloze lenigheid van de ware Zoeker ving
Harry de stok met zijn vrije hand, terwijl Voldemort met gespreide
armen achterover viel. Zijn rode ogen rolden omhoog in hun kassen en
Marten Vilijn smakte met een van alle glorie gespeende doffe dreun op
de grond. Zijn lichaam leek zwak en gekrompen, zijn witte handen waren
leeg en zijn slangachtige gezicht was slap en onwetend. Voldemort was
gedood door zijn eigen terugkaatsende vervloeking, en Harry staarde
met twee toverstokken in zijn handen naar de lege huls van zijn vijand.

...

Zijn litteken had al 19 jaar geen pijn meet gedaan, het was goed, alles was goed.



En ik hoop dat ik mijn vijand uiteindelijk ook mag overwinnen, de eeuwige strijd om een gezond lichaam. Mensen begrijpen me niet, maar J.K.Rowling, houdt me op de been.